Raadswerk verandert. Ik moest er aan denken toen ik een op zichzelf redelijk bezorgd stuk las van Stijn Verbruggen en nogal geagiteerd op Twitter reageerde. De tweede alinea, het ging alleen om de tweede alinea, de rest van het stuk is terechte bezorgdheid.
Het is natuurlijk vijf jaar geleden begonnen. Met de komst van de Ipad. De gemeenteraad van Geldermalsen was er gelukkig vroeg bij, de ICTafdeling van de gemeente nog niet geheel op voorbereid, kortom een ‘disruptive technology’ die zijn weerga niet kent. Raadsleden zijn vervolgens onthand, verrukt, uitgedaagd en ploeteren zich met alles wat daartussen in zit door de raadsstukken, de regiostukken, de staatsstukken en de partijstukken. Om na een poosje vervolgens dagelijks door nieuwsbrieven over 1000-en-1 onderwerpen, nieuwssites en digitale kranten te gaan, om tot slot bijna te bezwijken onder de dagelijkse hoeveelheid blogs, vlogs en stapels social media. Van Periscope, Snapchat, Twitter, ELO, Facebook, Instagram, Pintarest, enfin noemt u maar op. Dagelijks. Al vijf jaar lang.
Van ‘s-morgens vroeg tot ’s-avonds laat. Omdat iedereen, die je in de resterende tijd aanspreekt, er van uit gaat dat je overal een gefundeerde en gedetailleerde mening over hebt en het standpunt van de andere partijen kent en kunt pareren of anderszins, nieuwe ontwikkelingen kunt duiden, lokale met nationale en die weer met globale issues kunt verbinden en waarom er notabene een zomermarkt in Geldermalsen is, die niemand kent en of je daar niet iets aan had kunnen doen. En passant reageer je op een Twitterdiscussie waar op de man spelen lijkt uitgevonden, moet je op facebook uitleggen dat het slechts een grapje was en uiteraard eindigt die discussie natuurlijk weer in een Godwin.
Vijf jaar een stortvloed aan fictie en feiten. Ondertussen is het als raadslid om een beetje te gaan zitten wachten in een dorpshuis of op een B&W verleden tijd, daar zit niemand meer op je te wachten. Via alle kanalen ben je bereikbaar, vindbaar en wordt je opgezocht. Zonder last of ruggespraak wordt je voorzien van suggesties, verwensingen, complimenten, vragen en uitspraken die met geen emoji’s zijn te beschrijven. Ongezouten en zo-zout-heb-ik-het-nog-nooit-gegeten. Logisch want koren van kaf scheiden in het nieuws wordt voor iedereen lastiger en voor een beetje raadslid wordt nieuwsgaring een taak apart: headlines lijken immers nieuws, columnisten lijken journalisten en websites spelen voor krant. Dus wat is waar, wat is waarlijk onderzocht en wie heeft aan fact-checking gedaan. U mag het zeggen. U weet me te vinden, ik wil het graag weten.