Deel 1 van een reeks die op de opiniepagina van de Gelderlander van 12 september 2015 startte naar aanleiding van samengaan, fusies en herindeling-intenties. Bedoeling was een aanzet te geven waarop anderen konden reageren of als inspiratie voor hun stuk
—————————
Vraag in Beesd aan een willekeurige voorbijganger of hij zich Geldermalsenaar voelt, dan kijkt hij je meewarig aan. In Beesd wonen immers Beesdenaren en sinds de samenvoeging in 1978 is daar niets aan veranderd. Alleen als je zegt: “In Geldermalsen is het goed wonen”, dan wordt je fijntjes er op gewezen: “Bedoel je in de gemeente of in het dorp?”. Daar zit wel de belangrijkste fout van toen. De naam behouden. Niet dat het iemand in Beesd verder kan schelen hoor.
In 1978, was het probleem hetzelfde als nu. Beesd was klein, Geldermalsen ook zo iets en apart werd het als twee gemeentebesturen moeilijk. En te duur. Als je alle ambtenaren in dienst neemt die je qua kennis nodig hebt, loopt dat voor een dorp aardig in de papieren. Toen al. Vandaar de samenvoeging. En nu komt gewoon de volgende stap. Nu hebben alle gemeenten het moeilijk. Geldermalsen moet 800 diensten goed leveren aan de inwoners en dat met 150 ambtenaren. De provincie zag de bui al hangen en nodigde al die gemeenten om te gaan denken in ‘Bestuurlijke Kracht’. Ja en dan heb je de poppen aan het dansen, want niemand wil, net als in 1978, en dus zie je ontwijkgedrag: Geldermalsen wil dan wel samen met Neerijnen maar dat is alleen maar meer van hetzelfde. Dat levert geen bestuurlijke kracht, hooguit bestuurlijk status.
Culemborg, Buren, Tiel en Lingewaal willen weer wat anders of niets. Het gaat even duren voordat we Gemeente WestBetuwe of Rivierenland krijgen maar weet u, in Beesd geeft niemand daar om. Als diensten maar gewoon goed zijn, OZB laag, plantsoenen groen, wegen heel, zorg geregeld, er glasvezel is en het paspoort dichtbij geregeld kan worden. Zo’n gemeente.