Raadswerk: Soms begint dat onder het ontbijt. Een nieuwsbericht op de radio (aanpak-spookmigranten- ), een steunfractielid in de trein leest tegelijkertijd een artikel en begint op WhatsApp zich te melden in de fractiegroep. Al snel is de link gelegd met eerdere ideeën, initiatieven en vragen eerder gesteld in de raad (zie onder andere ook https://jandegeus.wordpress.com/2012/09/30/de-suggestie/ ). Er worden linkjes op internet uitgewisseld, stukken van een andere gemeente opgezocht, overlegd via social media en wat peilend getwitterd. Een opzetje gaat per mail heen en weer, wat telefonische toevoegingen en suggesties worden ingevoegd en aangepast. Even later gaan vragen (Buitenlandse medewerkers GBA) naar het college en een persbericht de deur uit. Tussen de bedrijven door, tussen ieders eigen werkzaamheden door, dat hoort er ook bij. Dat is het teamwerk dat het raadswerk mogelijk maakt en plezier geeft. Het onderwerp is immers belangrijk genoeg:
Toen ik nog maar net in de raad kwam werden we bij een bedrijfsbezoek geconfronteerd met de vraag van een fruitteler voor het mogen huisvesten van migrantenarbeiders achter op zijn terrein. Er bleek beperkt beleid, het bleek lastig. Er werd eigenlijk niet over gesproken. Totdat er ‘ineens’ een gedoogbeleid was in het Fruitpact met weinig concrete aanwijzingen. Het werd weer stil. Maar ze zitten er wel.
Niemand weet precies hoeveel; er wordt heen en weer gereden van hier naar ergens, of dichterbij. Naar Tilburg of een caravan of Bed&Breakfast dichtbij. Aan het zicht onttrokken met niet toetsbare omstandigheden. In woonwijken, industrieterreinen, weilanden. Bij de lokale supermarkt vanaf 18.00 blijkt pas hoeveel. Mannen en vrouwen en wellicht ook kinderen. We weten het niet. We hebben mazelen, dat weten zij weer niet. Als wij niet weten dat zij hier zijn en waar ze zijn, hoe moeten wij hen dan waarschuwen voor dit soort zaken. Voor bijvoorbeeld een ontsporende Betuwetrein of de mazelen dus. Hoe moeten we zorgen voor adequate gezondheidzorg. Als migranten arbeider woon je en werk je hier en je hebt er niets aan. Geen recht kun je ontlenen aan de belasting die je afdraagt. Want je woont hier immers niet, of toch wel.
Inschrijving in het zogenaamde GBA (gemeentelijke basis administratie) doet wonderen: je bestaat, je komt in aanmerking voor huisvesting, gezondheidzorg, waterschapsbelasting en alles waar een inwoner van onze plaats recht op heeft en verplichtingen voor heeft. Het maakt je medeburger, het verstomt factfree geklets, het beneemt de malafide ondernemer mogelijkheden. Ieder1Gelijk (waar onze burgemeester persoonlijk toezicht op houdt) en zonder aanzien des persoon. Als arbeidsmigranten een onderdeel van de nieuwe wereld zijn (lees ook eens: Swingen_met_lokale_kracht ), moet de nieuwe wereld dat ook faciliteren.
Een gemeentehuis anno 2013 hoort dat zo te doen, gaat naar ze toe en regelt het. Zo zorgen we voor elkaar en draagt iedereen bij, daar waar hij is en naar wat hij kan. Dan kan toeristenbelasting ook naar het rijk der fabelen. Dan ben je geen toerist maar gewoon thuis. Thuis: daar waar je slaapt (vrij naar: Where ever I Lay my hat).