Ineens ben ik het beu. Ik weet niet wanneer en hoe het is gekomen maar afgelopen dagen viel het mij zelfs op, dat ik chagrijnig werd. Ik heb het eerst van me proberen af te schrijven in mijn toelichting bij het goedkeuren van de eindejaarsnotitie maar het knaagt al sinds de coalitiebesprekingen en dan verdwijnt zoiets niet met een zinsnede. Natuurlijk, in het begin van de coalitie heb ik een gebrek aan dossierkennis, aan lokale politieke kennis, aan manipulatieve kennis en krijg alleen maar verwonderde kriebels bij verschillende uitlegmethoden tijdens de coalitievorming om daarna -en gaande weg-, het gevoel te krijgen dat ‘verkiezingspolitiek’ en –rethoriek vervangen wordt door ‘oprecht besturen’. Met frisse moed en nieuwe blik. Naar de toekomst.
Nou nee dus. Aan alle kanten wordt al snel het ,volgens zeggen, eeuwenoude ritueel uitgelegd van “de genomen beslissingen en de last tot dragen”; eerst met zachte woorden waarbij termen als ‘bestuurlijke betrouwbaarheid’ en ‘respect’ een gloedvol en ouderwetse betekenisvolle rol spelen . Daarna een periode waarin de uitleg vergezeld wordt met spot en minachting waarbij woorden als ‘spelregels’ en ‘politieke realiteit’ regelmatig vallen en om tot slot de paniek als rede te laten fungeren. Opdat niemand zich herinnert wat in vergetelheid is geraakt en daar moet blijven. Een geheim genootschap dat alleen in het geheim zal bestaan. Mooi niet.
Niet langer heb ik alleen maar oog voor het frisse D66 dogma “Met blik op de toekomst…” maar wordt nieuwsgierig naar het pad van toen. Incident na incident passeert de revue. Al bij aantreden wordt snel duidelijk dat het eigenlijk niet belangrijk is wat voor plannen we hebben. Er is geen geld, er is nu geld te weinig en “of we er rekening mee willen houden dat dit alleen maar erger wordt” als we alleen nog maar knipperen met onze ogen. Iets met het verleden waar we niet meer over praten hoe dat gekomen is, dat is nu de nieuwe waarheid. Tornen aan de beslissingen zal de stad doen storten in een teloorgang als nooit tevoor en bestuurlijke wijsheid van vorige colleges zal verkwanselt worden. Ongehoord, onverantwoord en bestuurlijk stuitend.
Vol goede moed kijken we als coalitie toch naar oplossingen en dragen trots de tol voor de achtergelaten ‘bruidschat’. Er wordt gezocht en gepuzzeld, er wordt gevonden en politiek gestreden, de coalitie wordt getoetst en tandenknarsen klinkt aan alle kanten. Het college wordt gewikt en gewogen, beschampert en het vuur aan de schenen gelegd, lekken komen boven en stukken in de pers die wijzen op vermeend amateurisme, hobbyisme ploffen regelmatig op deurmatten. Allemaal in het hier en nu over het hier en nu. Zoveel, zo vaak, zo druk en niemand vraagt of zegt iets over het verleden. Het hier en nu en een beetje straks is het enige dat nog rest. Dus niet.
Het kan simpelweg niet meer: al verandert er niets aan feiten, kardinale zaken zijn ‘vergeten’. Onvergetelijk maar toch. De handtekening op 2 maart (vergeten te delen met de raad), de lagere renteopbrengsten niet verwerkt (helemaal vergeten) en de begroting voor een zelf geplande school*(totaal vergeten).
Hobbyisme, schalt een journalist op Twitter maar richt zich op de verkeerde. Ik sprak in een eerder verband van ‘lijken in de kast’ en bood mijn excuses aan. Het impliceert boze opzet, dat voert ver, opzet is al bedenkelijk maar als dat het niet is, wat is het dan? Totale incompetentie als milde tegenhangende kwalificatie? De anonieme ambtenaar moet volgens Weber’s design vooral zo blijven ter bescherming van samenleving en van de ambtenaar zelf. Maar dan, hoe komen we er dan achter?
Er ligt al een aanvraag voor een onderzoek bij de rekenkamer. Die heeft nog de intentie te beperken tot ‘lessons learned’. Dat is niet meer genoeg, vind ik. Er is meer en ik wil het weten. Mijn amateurisme is geen fiat meer voor deze verhullingen, geen excuus mij niet te informeren en geen afweging om mijn afwegingen te verhoeden.
Integriteit en functioneren van de voorgaande besturen in al haar geledingen staat nu ter discussie. Dat kan niet, dat mag niet en zeker niet in vergetelheid raken. Stof dat opwaait, valt nooit meer op dezelfde plaats, is niet het dreigement, maar de hoop om zicht te krijgen.
* Het gaat hier niet om de schoolbouw voor de De Pierre Bayle Academie. Dat is een geheel ander traject.