Ineens waren er 4 kunstgrasvelden te vergeven door een gul college met de verkiezingen blijkbaar in zicht. De zaal zat vol met vier voetbalverenigingen die erbij wilden zijn wanneer de toekenning wéér zou worden uitgesteld. Het water klotste immers inmiddels op de velden over de voeten.

Het ging bij punt 5 om de installatie van een nieuw jong commissielid, gegrepen door het belang van politiek en goed besturen, de stoute schoenen aangetrokken, moed verzamelt en zich aangemeld. En vandaag werd dit officieel getoetst met het afleggen van de belofte. In haar beste jurk, vader erbij, man erbij, foto’s erbij en dat met 4 carnaval-aanvoerders in blauw/zwart, rood/wit, rood/zwart en knal oranje.
Zelfs de bestuursleden van een voetbalvereniging keken hun ogen uit. “Beschamende vertoning”, fluisterde een van hen mij toe, “het lijkt wel feest in de raad”. Toen het na uren soebatten over de financiering en wie allemaal nog meer een ‘gratis’ kunstgrasveld kon krijgen, het uiteindelijk tot een stemming kwam, stak 1 prins triomfantelijk zijn vinger omhoog om tégen het voorliggende voorstel te stemmen. In rood/wit. Met reclame van een plaatselijke middenstander groots op het shirt. Tegen.
Na de stemming ging het shirt schielijk uit. Toen kon het wel. De voetbalverenigingen stonden als één man op en togen naar huis. “En gaan over tot de orde van de dag”.