Volgens mij is het ongeveer (en op hoofdlijnen) zo gegaan: De laatste raadsvergadering voor het reces van 2013, 2 juli. Een zaal vol mensen. Gekomen om verhaal te halen, om 1800 handtekeningen over te dragen aan de wethouder. Voor het behoud van ‘hun dorpsplein’. Vastberaden en te laat voor dit moment. Ongeveer 6 jaar te laat, welbeschouwd. In 2007 waren er al plannen, ambities en schetsen. Toenmalige wethouder Könings wilde daadkracht tonen en het gemeentehuis kwam met de Parade voor Beesd of anders een light-versie van Versailles. De bevolking vond het niets, kwam met een alternatief, de gemeenteraad verzon ondertussen een alternatief voor wethouder Könings en een oorverdovende stilte volgde, met een kleine rimpeling van Dorpsbelangen, die het allemaal niets vond en het gereserveerde geld liever gebruikte voor een kunstgrasveld voor GVV. Aldus geschiedde niets.
Totdat oude ideeën voor uitbreiding van de lokale supermarkt weer gaan opspelen. Schetsen worden tekeningen, het college wordt aan een impliciet mandaat herinnerd, burelen vullen zich, plannen worden mooi, mooier, groot, groter en gaan zo voort. In de 2012 komen de eerste hardnekkige geruchten, het aantal vierkant meters blijkt gegroeid, evenals het aantal woningen bovenop het nieuwe complex en niemand denkt aan het plein. Het dorpsplein in Beesd -zo lelijk, dat niemand het wil missen, zo onhandig dat er heel veel en handig gebruik van wordt gemaakt. Met vrouwenhakken-onvriendelijke kinderkopjes. Met zitjes waar niet je kunt zitten, bezaait met McDonald’s zakken (van 5 km verderop) en blikken, wat rafelige linden die wijzen op een bodemverontreiniging, geen enkel terras.
Kortom, zo’n plein waar niemand voor warm loopt, tenzij het op de nominatie staat om een kopje kleiner gemaakt te worden. Ineens zijn er allerlei bezitters van het plein: de kerk, de horeca, de winkels, de markt, de jaarmarkt, het kulturhus (nu bekend als ‘Klokhuis), de toeristen en het verlies kent daarom vele huilende ‘vaders’. De uitbreiding van de supermarkt en de bovenliggende appartementen levert immers verlies van parkeerplaatsen en vergroot tezelfdertijd de behoefte aan parkeerplaatsen (ca 30% eraf en minimaal 30% extra nodig). Een omgekeerde dubbelslag, die te laat wordt ontdekt.
De eerste ontdekking vindt plaats een week voor de presentatie aan de dorpspleinbewoners. De geruchten krijgen een beeld en vertegenwoordigers nemen stelling. Het is in kannen en kruiken en slechts ter informatie. Moet je Beesdenaren hebben. Zo is er ook een kulturhus gekomen. Twitter, een lokale krant en binnen een dag is het duidelijk. Dit gaat niet vlekkeloos. Dit gaat zo niets worden.
De volgende dagen en weken tuimelen raadsleden over elkaar om het wereldwondergedonder te aanschouwen. De kermis draait op volle toeren, de echte en het circuit om de kermis te behouden én het circuit om het plein te behouden. Die laatste club vergadert precies op de avond dat het inspreekbaar is op het gemeentehuis. Weten zij veel, een gewaarschuwd mens telt niet mee, zonder gedegen aanvalsplan. Zo hoort men alleen het geluid van de kermis, een drie-dagen-dingetje. Onmachtig trekt de kermis zich terug en reist verder naar het volgende dorp.
En dan het reces in zicht, de befaamde avond. De avond van de onmacht. De wethouder kan niets want dit is lang geleden bepaald, nou ja met een kleine overschrijding maar dat doek valt die avond, en de wethouder zet de commotie op halt en start het proces opnieuw. De bevolking kijkt onmachtig toe, want er kan niet meer worden ingesproken, totdat het proces weer draait, de raadsleden onmachtig, want alles was ter informatie en vereist geen debat hunnerzijds, los van persoonlijke belangen. En zo slaat de procedurele onmacht toe, gewoon omdat niemand kan en elkaar toch gevangen houdt in het construct van bureaucratie.
En het wordt stil. Maar op de achtergrond gaan mensen elkaar opzoeken, constructief praten, zoeken naar oplossingen en in de rust van het reces, doen de mensen weer waar politiek onmachtig in is geworden. Macht begint altijd bij de mensen. Dat wordt nog wat met de verkiezingen.