Het is onvermijdelijk, het hoort erbij. Dat is het lot van een ijzersterk proces, dat uit enthousiasme en een professionele houding is
geboren, in beton is gegoten en waar menig burger zich bij achter de oren krabt. Reces, of beter, net daarvoor, juni. De vakantie loert, bureaus liggen nog vol plannen, wethouders zijn een jaar verder en tellen de knopen. Het wordt het tweede jaar en daden gaan nu tellen, worden meegenomen in de weging. Zowel door ban als door achterban. Op de burelen kijkt men halsreikend uit en dus het bureau moet leeg. Initiatieven worden omgezet, knopen gehakt, plannen ontvouwd en stempels gezet.
Net voordat de laatste deur van het ambtelijk deel van het gemeentehuis in het vakantie slot valt, ontstaat er een stroom aan publicaties,
aankondigingen en uitnodigingen die niet te stuiten lijkt. In de loop van de eerste week dooft het uit. Als dan zelfs de laatste Lander-lichting is
volbracht, is alles schoon en iedereen weg. Alleen een wekker tikt nog door. Eerst onopgemerkt maar na twee weken door een argelozer thuisblijver mentaal genoteerd. Even gefronst, doorgelopen, adem in, op de hakken omdraaien,
pupillen klein, de mond wijd open, nog een innemende luchthap en dan de vertwijfelde kreet “WAáááT?!”
In de daarop volgende weken wordt getracht potentieel getroffenen te mobiliseren, maar ze zijn nog op vakantie. Mini-initiatieven tot oprichten
werkgroepen, aktie-comités en buurtgroepen. Eigen interpretaties op krantenberichten, er is immers niemand aanwezig die het kan uitleggen en zij die er zijn, zitten niet op dit dossier.
Er is rumoer in de straat, in de straten, in de lokale krant bij ingezonden stukken, bij de slager. Men klampt elkaar vast en vervolgens een raadslid die nog thuis is. Leg uit, vertel! Hoe zit dit? Waarom heeft niemand ons gewaarschuwd? Het raadslid belt, checkt en hoort het enthousiasme en het excuus: ”Het stond gewoon op de gemeentepagina, aan alle regels is voldaan. Men had het kunnen weten”. Ja. Midden in de
vakantie. En midden in de vakantie de deadline voor een andere zienswijze. Op een afsluiting, of een gedeeltelijke afsluiting of het definitieve lot van een nieuwe woonwijk. Zomaar wat dossiers, ogenschijnlijk niet zo ingrijpend en wel zo slim of passend of anderszins maar met een deadline midden in de vakanties. Mensen met een zienswijze zijn dan nog niet terug maar krijgen bij terugkomst een andere zienswijze. Eén van afstand tussen ‘gemeente’ en ‘burger’ en die blijft hardnekkig hangen. Zo eindigt de vakantieganger met het gevoel dat er nooit iets zal veranderen in
ons land en verlangt terug. Nog 11 maanden en dan weten we het…