Een bijzonder reces en dat is het. Niet alleen vanwege het weer maar vooral omdat het aanvoelt als een omkering. Een nieuwe leerfase. Waren we immers eerst als kleinste coalitiepartner de leverancier van een wethouder en gelijkwaardig betrokken bij het wel en wee van een coalitie, nu zitten we aan de andere kant. De oppositie of toch niet? Na de val van het college volgden de onafwendbare onderhandelingen, waarbij de traditionele grote stappen snel gemaakt konden worden en de details struikelblok en breekpunt werden.
Dat hoort zo, zo heb ik al menigmaal geleerd en in gedoceerd. Kunst van het onderhandelen, zit in de gewenste uitkomst, de kunst van het onderhandelen, zit ook in de politiek. Het maakt nog al uit of je een lokale partij bent of niet, het mandaat van het bestuur hebt of niet, je een koers voor ogen hebt of een uitkomst, of je wilt voorkomen of wilt bereiken, of je jezelf centraal stelt of de ander, een belang of een standpunt, of het barre tijden zijn of economische hoogtij. Het maakt uit en maakt een uitkomst.

De uitkomst is vervolgens de uitkomst deze keer en van daar gaat het weer verder. Allen in nieuwe posities en proposities, coalitie als oppositie of juist niet, en vice versa, het wordt weer een hele zoektocht, aftasten en onderzoeken. Het nieuwe college krijgt de zomermaanden voorsprong, de raad mag daarna.
De fractie zit in een nieuwe positie of toch eigenlijk niet. Normaal gesproken wel, maar nu de aarde gewoon verder draait, lijkt het van niet. Niet in de zin van onmisbaar maar wel in de zin van onmiskenbaar niet in de coalitie en dat zegt weer niets van onze koers of effectiviteit. Een berekenbare omkering (http://www.math.ru.nl/~heckman/Foucault.pdf ) die u en mij vertelt dat die hele heisa ten diepste niets uitmaakt of gaat uitmaken.
Het gaat alleen maar voort en of we willen of niet, het gaat altijd vooruit. Dat is wat we moeten beïnvloeden, anders gaat het voorspelbaar. Ook dat is politiek. Niks nieuws maar wel geleerd. Zo’n reces dus.